Zo af en toe bekruipt me heimwee naar alles wat er ooit eens was. Naar mensen die ik niet meer zal ontmoeten, naar jeugd naar dagen van voorbij.
Ik weet het, het zal nooit meer zijn, daar heb ik me bij neer te leggen, maar soms zou ik nog graag eens zeggen wat fijn dat je er bent.
In mijn gedachten denk ik ze af en toe nog te ontmoeten, zou hen zo graag nog eens begroeten, zeggen dat ik ze niet vergeten ben.
Ik weet het, vroeger wat het echt niet beter. Maar wat je kwijt bent komt nooit meer terug.
Heimwee blijft, wat gaat de tijd toch vlug.