Een waargebeurd verhaal (10)
De Tom-Tom
Jaren geleden ging ik met mijn vrouw op vakantie naar Frankrijk. Wij hadden een heel leuk hotelletje geboekt op een hele mooie plek en met een geweldig uitzicht. Het hotel stond bekend om de fantastische menukaart met daarop de meest heerlijke dingen. Wij zouden 2 weken blijven en natuurlijk keken wij er erg naar uit. Mijn vrouw en ik hadden op de landkaart precies gekeken hoe wij moesten rijden. Wij hadden keurig op een blaadje geschreven welke wegnummers wij moesten hebben en langs welke plaatsen wij onderweg zouden komen, zodat er niets mis kon gaan. Op de dag van vertrek waren de koffers ingepakt en ging ik de koffers in de auto inladen. Mijn vrouw had heerlijke broodjes klaargemaakt voor onderweg en met de route beschrijving binnen handbereik gingen wij op weg om heerlijk twee weken als een God in Frankrijk te verblijven. Het weer was heerlijk. Niet te warm en ook zeker niet te koud. Gewoon prima weer om een lang stuk te rijden naar het zonnige Frankrijk.
De reis begon echt zeer voorspoedig. De route beschrijving die wij hadden gemaakt klopte perfect en binnen niet al te lange tijd bereikten wij de Belgische grens. Wij stopten op een parkeerplaats bij de grens en aten een paar lekkere broodjes die mijn vrouw had klaargemaakt. Wij namen lekker even de tijd om uit te rusten van het eerste gedeelte van de reis en om de benen te strekken. Na het nuttigen van de lekkere broodjes gingen wij goed gemutst weer verder met de reis. Dit bleek toch lastig te zijn. Zo moesten wij volgens onze route een stuk richting Gent, maar wij zagen nergens op de borden de naam Gent staan. Wel zagen wij de naam Gank, maar dat is natuurlijk totaal iets anders. Eigenlijk leek het er op dat veel plaatsen die op onze route beschrijving stond gewoon niet op de borden was terug te vinden, maar wij zagen wel allerlei andere plaatsnamen, maar die stonden weer niet op onze beschrijving. Na enige tijd waren wij dan ook volledig de weg kwijt en ik raakte toch enigszins een beetje in paniek. Wij besloten om bij een benzinepomp te stoppen om daar te vragen of men ons de juiste weg kon wijzen.
Bij de eerstvolgende benzinepomp die wij tegenkwamen stopte ik om de weg te vragen. Toevallig stopten wij met de auto achter een kleine bestelauto met een Nederlands kenteken, met daarin twee mannen. De beide mannen leken erg op elkaar maar de een was ouder dan de ander. Het zouden best wel eens vader en zoon kunnen zijn. Ik stapte naar de mannen toe en wij raakten in gesprek. De mannen bleken van Marokkaanse afkomst te zijn en woonden in de buurt van Purmerend. Natuurlijk vertelde ik dat wij uit Purmerend kwamen en op weg waren naar ons vakantieadres in Frankrijk, maar dat wij helaas volkomen de weg waren kwijt geraakt omdat veel plaatsnamen heel anders waren dan op onze route beschrijving stond. De mannen moesten lachen en de ene zei: “Je moet ook niet zo’n ouderwetse zelfgemaakte routebeschrijving gebruiken, je kunt beter je navigatie instellen dan kun je nooit verdwalen”. Ja, ja, zei ik, maar ik heb helemaal geen navigatiesysteem in mijn auto. De mannen keken elkaar even aan en één van hen stelde onze bestemming in op hun eigen Tom-Tom. Hij koppelde vervolgens de Tom-Tom los en gaf die aan mij met de kabel die er nog aan zat. Hij zei: “Weet u wij zijn op de terugweg naar huis en vanaf hier weten wij de weg zelf te vinden”. Hier vandaan hebben wij dus toch geen Tom-Tom nodig, dus neem hem mee en ik weet zeker dat u dan in één keer naar uw bestemming rijd zonder te verdwalen. Hij pakte een briefje en schreef zijn telefoonnummer op. Ik krijg de Tom-Tom wel terug als u weer terug bent in Nederland en hij overhandigde mij het briefje met zijn telefoonnummer. Goede reis en een fijne vakantie zeiden ze en ze reden weg. Ik bleef helemaal verbaasd achter en liep terug naar de auto en vertelde mijn vrouw het hele verhaal wat er was gebeurd. Wat waren wij blij zeg.
Zonder verdere problemen reden wij in één keer door naar onze bestemming zonder weer te verdwalen. Wij vonden de Tom-Tom dan ook geweldig makkelijk. Wij hadden een heerlijke vakantie en waanden ons echt als God in Frankrijk. Wij genoten van het heerlijke weer, het geweldige eten en de prachtige natuur. Veel te snel naar onze zin was de vakantie weer voorbij en werd het tijd om weer richting Purmerend te rijden. Gelukkig was dat met de Tom-Tom die wij mochten gebruiken geen enkel probleem. Zonder ook maar één keer verkeerd te rijden bereikten wij ons huis in Purmerend en was helaas de vakantie weer ten einde. Meteen de volgende dag belde ik het gekregen telefoonnummer om af te spreken dat wij de Tom-Tom zouden komen terug brengen. Wij haalden een mooie bos bloemen en een grote pot met allerlei lekkers en brachten keurig de Tom-Tom weer terug en wij bedankten elkaar uitvoerig. Wij voor het mogen gebruiken van de Tom-Tom en zij voor de mooie bloemen en de pot met lekkers.
Geweldig toch dat er nog mensen zijn die zoveel vertrouwen hebben in volkomen vreemde mensen, dat zij zomaar hun spullen uitlenen en het vertrouwen hebben dat zij de spullen weer terugkrijgen?……………..
Ingestuurd door:
Sjaak Aue
Oepsie
Oepsie
Een echtpaar staat klaar om een avondje uit te gaan. Ze laten een paar lampjes aan, schakelden het antwoordapparaat in, dekken de kooi van de parkieten af en laten de kat in de achtertuin. Vervolgens bellen ze een taxibedrijf.
De taxi arriveert en ze openen de voordeur.
Zodra de voordeur een stukje open is schiet de kat langs hen heen het huis weer binnen. Ze willen per se niet dat de kat binnen blijft, want dan lopen de vogels gevaar. ‘Ik vang hem wel, stap jij maar vast in’ zegt de man. De kat glipt naar boven en de man gaat er achteraan. Terwijl de vrouw in de taxi zit te wachten, wil ze niet dat de taxichauffeur weet dat er de hele avond niemand thuis is. Daarom zegt ze tegen de chauffeur dat haar man er aan komt. ‘Hij is nog boven om mijn moeder gedag te zeggen.’
Een paar minuten later stapt de man in en zegt als ze wegrijden: ‘Sorry dat het zo lang duurde, maar dat stomme kreng verstopte zich onder het bed. Ik moest haar met een klerenhanger dwingen om er onderuit te komen. Toen probeerde ze er weer vandoor te gaan, maar ik greep haar in haar nekvel. Toen heb ik haar in een laken gewikkeld om te voorkomen dat ze me zou krabben en dat hielp. Ik sleurde haar met haar dikke kont de trap af en gooide haar in de achtertuin.’
Op dat moment knalde de taxi tegen een geparkeerde auto aan…………………………………..
Oorsprong verhaal:
Uit het boek “Ik bedoel maar”
van Willem Vos
Een waargebeurd verhaal (11)
Mijn Opoe
“Mijn Opoe” is echt Amsterdams. Een echte Amsterdammer heeft geen oma, maar een “Opoe”. Dit verhaal gebeurde in 1956. Ik was toen 16 jaar en mijn Opoe was toen 76 jaar. Opoe had altijd in de horeca gezeten, van toilet juffrouw tot eigenaar van diverse horeca zaken van Reese. Mijn Opoe woonde vlak bij de prinses gracht, tegenover het Anne Frank huis. Eén keer per week kwam Opoe bij ons eten. Wij woonden bij Opoe in de buurt, namelijk op de Herenmarkt. Als Opoe bij ons kwam eten liep zij altijd naar ons huis. De afstand was niet heel erg ver en Opoe genoot altijd erg van de wandeling. Soms, wanneer Opoe een bekende tegenkwam, stopte zij onderweg en bleef dan gezellig een praatje maken. Als Opoe oud brood over had, nam zij ook wel het brood mee, om onderweg de eendjes te voeren. Tenslotte moeten die beestjes ook eten, zei Opoe dan altijd. Wij vonden het altijd erg leuk als Opoe kwam eten en ook Opoe vond het altijd erg leuk. Opoe kon zelf niet zo goed koken en op deze manier kreeg zij toch regelmatig goed en lekker te eten. Moeder kon gelukkig wel eerlijk koken en vaak schepte Opoe zelfs wel twee keer op omdat het eten haar zo lekker smaakte.
Op een goede dag zou Opoe weer bij ons komen eten. Het was lekker weer en Opoe had een paar boterhammen meegenomen voor als zij eendjes tegen zou komen onderweg. Zoals wel vaker kwam Opoe onderweg weer een paar bekenden tegen en bleef gezellig even een praatje maken. Opoe had de boterhammen in haar hand vastgehouden, maar toen Opoe even stond te praten stopte zij zonder na te denken de boterhammen in de zak van haar jasje. Na even een praatje te hebben gemaakt ging Opoe weer verder en zij liep de Prinsengracht af, richting ons huis. Bij de brandweer kazerne zag Opoe een groep eenden zwemmen in de gracht. De eendjes kwaakten vrolijk en zwommen een beetje heen en weer langs de kade. Opoe pakte een boterham uit haar jaszak, scheurde de boterham in een paar stukken en gooide de paar stukjes brood voor de eendjes in het water. Opoe pakte nog een boterham uit haar jaszak, maar zij had er geen erg in dat ook haar sleutels in deze jaszak zaten. Zonder dat Opoe er erg in had pakte zij niet alleen de boterham uit haar jaszak, maar ook de sleutel van haar huis. Opoe gooide de boterham in het water voor de eendjes, maar tot haar grote schrik zag zij ook haar huissleutel in de gracht verdwijnen, net over de rand van de kade. Opoe was zich rot geschrokken en het huilen stond haar nader dan het lachen.
Helemaal van streek kwam Opoe bij ons thuis en vertelde wat er was gebeurd. Gelukkig hadden wij een reserve sleutel van het huis van Opoe, voor noodgevallen. Moeder stelde Opoe gerust en vroeg aan mij om na het eten even met Opoe mee te lopen met de reserve sleutel. Toen Opoe weer een beetje was gerustgesteld, gingen wij aan tafel om te eten. Zoals afgesproken liep ik na het eten met Opoe mee naar huis met de reserve sleutel. Bij de brandweer kazerne wees Opoe mij de plek aan waar haar sleutels waren verdwenen. Ik stond op de rand van de kade en keek langs de kademuur omlaag. Net boven het water was een rand aan de kade waar iemand op kon staan om een bootje aan te meren. Op de rand lag een bergje met puin en daar zag ik iets glimmen. Ik keek nog eens goed en wat denk je? Op het bergje met puin lag de huissleutel van Opoe ! Ik liet mij zakken langs de kant van de kademuur, totdat ik op de rand stond. Ik bukte mij om de sleutel te pakken en daardoor verdween ik uit het zichtveld van Opoe. Ik hoorde Opoe schreeuwen: “Sjakie, Sjakie, waar ben je nou? Ik pakte gauw de sleutel en ging weer rechtop staan waardoor mijn hoofd weer boven de wallekant uit kwam. “Kijk Opoe” zei ik, “ik heb uw huissleutel weer gevonden”. Snel trok ik mijzelf omhoog en kroop ik op de rand van de kade. Opoe gaf mij een stevige knuffel en een dikke kus. Ik moest er bijna van blozen. Ik zei tegen Opoe: “Kom Opoe ik loop nog even met u verder naar uw huis”. Toen wij bij het huis van Opoe waren gaf ik Opoe haar eigen sleutel weer en Opoe zei tegen mij: “Sjakie je bent een echte held”. Opoe gaf mij nog een keer een dikke knuffel en kus. Ik liep met de reserve sleutel weer terug naar huis en dacht: “Wat hou ik toch veel van mijn lieve Opoe” …………………….