(Jaren geleden gebeurd, toen Amsterdam nog humor had)
Op de Dam ik stapte op lijn negen, richting Watergraafsmeer. Het was gezellig in de tram en het zonnetje scheen. Het was een heerlijke dag en iedereen was vrolijk. De conducteur was goed gemutst en vol humor. Op het Waterlooplein stapten er twee jonge mannen in de tram met een deur. Zij hadden duidelijk een behoorlijke slok op, maar zij gedroegen zich heel correct. Ik kan niet anders zeggen. Echter, zo’n deur in de tram krijgen met een flinke slok op dat is niet gemakkelijk. Achter de twee mannen kwamen er ook nog twee dames aan die met de tram ook mee wilden. “Wacht effe dames”, riepen de mannen met een onvervalst Amsterdams accent. We gaan er weer effe uit en dan kenne jullie er in.
Zo gezegd zo gedaan. De conducteur zat het allemaal maar eens te bekijken met de armen over elkaar en vroeg vriendelijk af en toe: “Gaat het wel jongens”? Ja meneer, prima hoor, alles onder controle. Dames u hebt er toch geen last van he? Nee toch? Alles gaat goed hoor. Excuus hoor mensen, maar we hadden zo’n mazzeltje. Vijf gulden maar voor die deur!
Dat konne we toch niet laten staan? Punt gaaf die deur! De passagiers waren het helemaal met de jongens eens en het werkte dan ook behoorlijk op de lachspieren. Bij elke halte waar we weer wegreden riep de conducteur “jongens, pas op de deur dat die niet valt”. Het was echt hilarisch. De jongens waren behoorlijk vrolijk en vol humor.
Bij de halte Linnaeusstraat, tegenover de Hema, moesten de jongens er uit. Eén van hen riep: “zullen we daar effe naar binnen gaan en kijken of we daar een passend slot kunnen vinden? “Waar zit toch je verstand man”, zei de ander toen. We kunnen toch niet met de deur bij de Hema naar binnen gaan?. Nee daar heb je gelijk in, maar wel in de tram riep toen de ander weer lachend. Beste mensen hartelijk dank en u ook conducteur. Zingend liepen de twee jongens toen weg. Met de deur tussen hun in…………..